Verplichtingen bij schade

  1. Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is hij verplicht:
    1. onmiddellijk alle maatregelen te nemen teneinde het ontstaan van schade te voorkomen of het uitbreiden van schade te beperken;
    2. zo spoedig mogelijk de gebeurtenis aan de maatschappij te melden;
    3. zo spoedig mogelijk een zo volledig mogelijk ingevuld schadeaangifteformulier aan de maatschappij toe te zenden;
    4. zo spoedig mogelijk alle gegevens en bescheiden aan de maatschappij en de door deze ingeschakelde expert te verstrekken;
    5. desgevraagd een schriftelijke en door hemzelf ondertekende verklaring omtrent de oorzaak, toedracht en omvang van de schade aan de maatschappij over te leggen;
    6. beschadigde of vernielde zaken voor inspectie door of vanwege de maatschappij beschikbaar te houden.
  2. Indien schade (mede) veroorzaakt is door een strafbaar feit (anders dan een verkeersovertreding) of indien schade veroorzaakt is door een onbekende dader, is de verzekerde verplicht hiervan zo spoedig mogelijk aangifte te doen bij de politie.
  3. Bij diefstal of vermissing van het motorrijtuig wordt de kans op terugvinden en terugbezorgen vergroot indien de maatschappij de gegevens van het motorrijtuig aanmeldt aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV). De verzekeringnemer is verplicht met deze aanmelding akkoord te gaan en wordt geacht dit gedaan te hebben tenzij hij bij het melden van de diefstal of vermissing uitdrukkelijk anders aangeeft.
  4. De door de verzekerde verstrekte opgaven, mondeling dan wel schriftelijk, zullen mede dienen tot de vaststelling van het recht op uitkering en van de omvang van de schade.
  5. De verzekering geeft geen dekking indien de verzekerde een van de in lid 1, 2 of 3 genoemde verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad.
  6. Elk recht op uitkering vervalt indien de verzekerde bij schade opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt.
  7. In elk geval verjaart een vordering tot het doen van een uitkering indien de aanmelding niet plaatsvindt binnen 3 jaar na het moment waarop de verzekerde kennis kreeg of had kunnen krijgen van de gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden.